Meting van de diepte van de voorste kamer

Anterieure kamer dieptemeting is klinisch belangrijk in de oogheelkunde. De anatomische basis van de incidentie van glaucoom met hoekafsluiting is een ondiepe voorste kamer, smalle hoek van de voorste kamer en een onevenredige vergroting van de lens. Daarom is de meting van de axiale diepte van de voorste kamer erg belangrijk bij de vroege diagnose van het kamerhoekglaucoom en de schatting van het verloop van ziekteprogressie. Basis informatie Specialistencategorie: Oogheelkundige categorie: Overige inspecties Toepasselijk geslacht: of mannen en vrouwen nuchter zijn: niet vasten Tips: Wees niet boos en angstig en de geest wordt gestimuleerd. Normale waarde Let op de afstand tussen de achterwand van het hoornvlies en het meest perifere deel van het irisoppervlak, dat wil zeggen de "perifere voorste kamerdiepte", waar de dikte van het hoornvlies (CK) wordt berekend, wat overeenkomt met een "hoornvliesdikte", die 1CK is; > 2 / 3CK is het normale bereik; 1 / 5CK is het pathologische fenomeen. Klinische betekenis Abnormale resultaten Glaucoom heeft een snel begin, dat wordt gekenmerkt door ernstige pijn in het hoofd van het oog, verstopping van het oog en typische symptomen van plotselinge achteruitgang van het gezichtsvermogen. De pijn wordt uitgestraald rond de oogleden, sinussen, oorwortels, tanden, enz. In het gebied van de nervus trigeminus; de intraoculaire druk stijgt snel, de oogbol is hard en veroorzaakt vaak misselijkheid, braken, zweten, enz .; de patiënt ziet een kleurenhalo of beeld rond de gloeilamp. Na de regen is de regenboog een regenboogfenomeen. Noodzaak om de ogen van mensen met ernstige pijn, glaucoompatiënten te controleren. voorzorgsmaatregelen Taboe vóór de test: vermijd boos en angstig en geestelijk geïrriteerd. Vereisten voor inspectie: Blijf voorzichtig ademen en werk samen met de arts. Inspectie proces (1) Het hoofd van de patiënt is bevestigd aan de spleetlampbeugel en kijkt naar de voorkant. (2) Het spleetlicht wordt zoveel mogelijk versmald en het hoornvlies staat ongeveer loodrecht op het perifere hoornvlies. (3) De meetplaats bevindt zich aan de temporale cornea-marge van de temporele zijde en de iris staat op het punt te verdwijnen. (4) Stel de hoornvliesmicroscoop in op een hoek van 60 ° met de spleetlamp en bekijk de afstand tussen de binnenwand van het hoornvlies en het perifere deel van de iris. Niet geschikt voor het publiek Ongepaste bevolking: geen familiegeschiedenis of geen geschiedenis van glaucoom.